Onderduikkinderen

25-05-2022

Eén van de onderwerpen waar we in 'Oorlog aan Zee' aandacht aan besteden zijn de lotgevallen van Joodse kinderen die tijdens de oorlog door hun ouders in veiligheid werden gebracht door hen bij niet-Joodse mensen onder te laten duiken, veelal onder een andere identiteit. De psychische druk waarmee deze kinderen te maken hebben gehad was enorm. Niet alleen was er de angst om verraden te worden, maar ook de angst om het lot van hun ouders en andere familieleden knaagde aan hun gemoed. Daarbij kwamen ze in een - voor hen - onbekend milieu terecht, dikwijls bij mensen die een andere levensovertuiging hadden en de kinderen - uit veiligheidsoverwegingen - dwongen om hun eigen Joodse identiteit op te geven. Het VPRO programma 'Andere tijden' besteedde in 2010 aan de problemen waar deze kinderen tegenaan liepen: 'Veelal kwamen Joodse kinderen terecht in een christelijk gezin. Er werd niet koosjer gegeten, de rustdag viel opeens op zondag en voor het eten werd er gebeden. Sommige kinderen gingen op zondag mee naar de kerk en de zondagsschool. (...) Soms kregen kinderen in het pleeggezin een nieuwe naam. Typische Joodse namen, zoals Sarah en Levi vormden een extra gevaar. Het was van levensbelang dat kinderen die nieuwe naam niet vergaten.' En dan was er nog het probleem van je aanpassen. Eén van de geciteerde voormalige onderduikkinderen zegt daarover: 'Voor de buitenwacht heeft het geleken dat ik me heel snel aanpaste. Maar het is zo dat ik gedurende die hele oorlog zelf vrijwel constant een vervreemdend heb gevoeld van: ik ben hier wel, maar eigenlijk hoor ik hier niet te zijn.'

In 'Oorlog aan Zee' hebben we het lied 'Kaddish' gewijd aan deze problematiek en dan met name aan het verdriet dat deze kinderen voelden bij de bevrijding, toen iedereen om hen heen dolblij was, maar zij moesten verder leven in het besef dat ze hun ouders en familieleden nooit meer terug zouden zien... De trauma's die dit bij hen teweeg heeft gebracht veroorzaken zelfs 77 jaar later nog steeds onvoorstelbaar veel pijn...

De laatste kus, die laatste knuffel

ik voel nog steeds de angst en warmte van mijn ouders om me heen.

Ik moest hen missen, al deze jaren

en of ik hen ooit terug zie, weet de goede god alleen.

Ik heb gehoopt, gesmeekt, gebeden

de oorlog is nu afgelopen, maar mijn nachtmerrie begint.

De mensen feesten, maar ik zal rouwen

en ik zeg kaddish voor mijn ouders, die ik nu zo lang al heb gemist.

David Waterman - die in de oorlog als twaalfjarige jongen ondergedoken zat bij de Bergense familie Sijpheer - had tenminste nog 'geluk' dat hij wist dat zijn ouders en zusje Kitty eveneens in Bergen een onderduikplek hadden. Hij kon zelfs beperkt contact met hen hebben. De bijzondere band tussen David en zijn onderduikouders is altijd blijven bestaan, zoals te zien is op de bijgevoegde foto uit de jaren tachtig met David en zijn vrouw Kay op bezoek bij Cor en Hennie Sijpheer. Ze beschouwen elkaar als familie...

Met dank aan: https://anderetijden.nl/aflevering/236/Verborgen-kinderen