Een bijna vergeten oorlogsslachtoffer
Volgens de weerkronieken scheen de zon krap twee uur lang op 25 oktober 1944, maar voor Mense Joannes Engelsma waren het de laatste zonnestralen die hij te zien kreeg. Eerder die dag was hij door een aantal leden van de Sicherheitsdienst uit zijn cel in Alkmaar gehaald en per auto overgebracht naar de duinen, in de buurt van de Fransman. En daar werd hij in koelen bloede gefusilleerd. Vermoord kun je beter zeggen. Op een proclamatie die een dag later door de Duitsers werd uitgebracht staat te lezen dat hij wegens diefstal terecht was gesteld, maar de werkelijkheid was anders. De 49 jarige Engelsma, een spoorwegmachinist uit Zuilen, had deelgenomen aan de landelijke spoorwegstaking die op 17 september middels een oproep van Radio Oranje was afgekondigd, ter ondersteuning van de operatie Market Garden. Welke rol Engelsma hierin heeft gespeeld is niet geheel duidelijk maar het leidde er in elk geval wel toe dat hij onderdook in Bergen, waar hij medio oktober in Duitse handen viel. Tijdens het proces tegen de beruchte Duitse politieman Viebahn dat in 1949 plaatsvond werd duidelijk wat er op die noodlottige dag was gebeurd. Het Nieuw Noordhollandsch dagblad citeert uit deze geruchtmakende rechtszaak: 'En op 25 October '44, in de tijd dat Viebahn in Alkmaar was gedetacheerd, ging hij per auto de burger M.J. Engelsma halen die door de onderofficier Vogel van de Feldgendarmerie was gearresteerd wegens diefstal ten nadele van de Wehrmacht. In gezelschap van Maarten Kuiper reed hij toen met het slachtoffer via Egmond naar "de Fransman" in Bergen waar Engelsma de duinen in moest lopen en waar Viebahn aan Kuiper de opdracht gaf de man neer te schieten.' Deze Maarten Kuiper is een beruchte Nederlander die tijdens de oorlog nauw samenwerkte met de Sicherheitsdienst en andere Duitse terreurorganisaties. Op 22 oktober 1947 had het proces tegen Kuiper reeds plaatsgevonden en dat had geleid tot een reeks opmerkelijke bekentenissen. Het ging daarbij niet alleen om de moord op Engelsma, maar ook om zestien andere liquidaties, waaronder die van het meisje met het rode haar Hannie Schaft, drie weken voor de bevrijding. Ook de details van haar moord zijn huiveringwekkend, getuige het verslag in de Alkmaarsche Courant van 24 oktober 1944 waar Kuiper het volgende bekende: 'Wij kregen de opdracht het meisje dat standrechtelijk geëxecuteerd moest worden weg te halen en te fusilleren. We voerden haar naar Zandvoort. Ik liep naast haar in de duinen en achter ons liep de Duitse politieman M. Schmitz. Plotseling ging er een schot af en Hannie Schaft riep au. En ik zag dat zij in de nek getroffen was. Ik heb de loop van mijn stengun toen op haar schouder gelegd en haar in het hoofd geschoten, waarna de dood intrad.' In zijn boek 'Het meisje met het rode haar' neemt Theun de Vries overigens de dichterlijke vrijheid om Hannie na het schampschot in haar nek nog te laten zeggen: 'Ik schiet beter.'
Maarten Kuiper kreeg inderdaad de doodstraf die tegen hem was geëist. Het werd voltrokken op 30 augustus 1948 waarmee de zwartgallige slotwoorden van het vonnis van de president van het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdamse werkelijkheid werden: 'Voor deze man kan geen plaats meer zijn in ons land.'
Illustraties:
M.J. Engelsma
Bekendmaking executie
Melding van het overlijden in bevolkingsregister
Graf van M.J. Engelsma op de Algemene Begraafplaats Bergen
De dader Maarten Kuiper, zo zag het kwaad eruit




