De bevrijding, vreugde en schande

08-05-2022

De familie Waterman, met de kinderen Kitty en David, zat tijdens de oorlog ondergedoken bij de familie Vrasdonk op de Karel de Grotelaan. Later verhuisde David naar de familie Sijpheer, waar meer ruimte was voor de bewegelijke jongen die hij nu eenmaal was. Kitty, die geen uitgesproken Joods uiterlijk had, kon zelfs gewoon over straat en bracht kranten rond, al bleef dat natuurlijk wel gevaarlijk. Hieronder het vervalste persoonsbewijs waarvan ze zich bediende, onder de naam Alida Kuyper. In haar Survivors of the Shoah interview vertelt ze hoe ze bij de bevrijding van Bergen oog in oog kwam te staan met haar NSB buurman, die nog zo vriendelijk was geweest om haar een keer een rijwiel te lenen voor haar krantenwijk toen haar eigen fiets stuk was. 'De bevrijding was geweldig. (...) Je hoorde het ook! De klokken luidden in Bergen. Die Duitsers waren allemaal eh.... Ze droegen geen wapens meer... en ze liepen ook te hossen op straat, zo blij waren ze. Ik kwam op straat, natuurlijk met mijn ouders en ik weet nog wel dat die man die mij zijn fiets had geleend, werd rond gereden op een kar. Daar hadden ze allemaal NBS-ers opgezet en toen zei ik: "Nou B., dat wist je niet, maar ik ben een Jodin en dat is mijn moeder, we zaten hier ondergedoken. En toen zat ie eigenlijk alleen maar met zijn hoofd te schudden. Het was eigenlijk geen nare man.' Ook haar broer David had zo zijn eigen genuanceerde herinneringen aan de bevrijding van Bergen: 'Er waren overal feesten plotseling, maar er is één ding wat ik nog precies weet. Ik ben er niet door getraumatiseerd, maar vind het nog steeds verschrikkelijk. De zuster van X, ging uit met Duitsers, dat is haar niet in dank afgenomen en het leidde ertoe dat zij, samen met drie andere meisjes is kaalgeschoren, voor de school in de Dokter van Peltlaan in Bergen. Met teer werd een hakenkruis op haar hoofd getekend, ze is op een kar gezet en door het dorp gevoerd en iedereen kon rotzooi naar haar toegooien. Maar diezelfde vrouw wist dat wij bij de familie Vrasdonk ondergedoken zaten en zij had ons kunnen verraden, maar dat heeft ze nooit gedaan. Ik heb toen ontdekt dat het leven niet zwart en wit is. Het is altijd grijs. Meneer Vrasdonk werkte bijvoorbeeld voor de Duitsers om ons te dekken. Maar er waren een paar mensen die dat niet begrepen.'